1. se félicite vivement du rapport de la Commission mondiale sur la dimension sociale de la mondialisation (CMDSM) et soutien
t ses conclusions; reconnaît l'importance de la compétitivité pour l'emploi; souligne que la garantie d'un travail décent – comportant le respect des droits du travail, de la protection sociale et de l'égalité hommes-femmes – est indispensable si l'on veut effectivement éradiquer la pauvreté; souligne toutefois que cet objectif est absent de la politique étrangère de l'Union européenne (UE) et de ses politiques commerciale, financière et monétaire internationales; a la conviction qu'"un travail décent pour tous
...[+++]" et "une pension décente pour tous" devraient être un objectif fédérateur des politiques interne et externe de l'Union; 1. verwelkomt nadrukkelijk het verslag van de Wereldcommissie inzake de sociale dimensie van de globalisering (WCSDG) en s
teunt haar conclusies; erkent het belang van concurrentievermogen bij het veiligstellen van banen en benadrukt dat behoorlijk werk garanderen -met inbegrip van arbeidsrechten, sociale bescherming en gelijkheid tussen mannen en vrouwen- onontbeerlijk is om armoede werkelijk uit te bannen; onderstreept evenwel dat dit doel niet is opgenomen in het buitenlands beleid van de EU, noch in het financieel, monetair en internationaal handelsbeleid van de Unie; meent dan ook dat ‘Behoorlijk werk voor allen’ en "Een behoorlij
...[+++]k pensioen voor allen" een gezamenlijk streven moet zijn in het binnen- en buitenlands beleid van de Unie;