« Interprétés en ce sens qu'ils excluent le possibilité pour le pouvoir judiciaire d'octroyer des termes et délais au débiteur d'une dette fiscale, les articles 208 du Code des impôts sur les revenus et 199, 200 et 202 de l'arrêté royal d'exécution dudit Code (du 4 mars 1965), d'une part, et 1244 du Code civil, 2, 1233 et 1344 du Code judiciaire, d'autre part, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution ?
« Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel 208 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 199, 200 en 202 van het koninklijk besluit (van 4 maart 1965) tot uitvoering van het voormelde Wetboek, enerzijds, en artikel 1244 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 2, 1333 en 1344 van het Gerechtelijk Wetboek, anderzijds, in die zin geïnterpreteerd dat zijn voor de rechterlijke macht iedere mogelijkheid uitsluiten om aan de schuldenaar van een belastingschuld een betalingsregeling toe te kennen ?