5
1. relève que pour sanctionner les actes terroristes commis dans des pays tiers par des citoyens européens ou par des ressortissants de pays ti
ers résidant dans l'Union, il es
t nécessaire que la collecte de preuves soit possible dans les pays tiers, dans le plein respect des droits de l'homme; demande donc à l'Union d'œuvrer à la mise en place d'accords de coopération en matière judiciaire et répressive avec les pays tiers afin de faciliter la collecte de preuves dans ce
...[+++]s pays, pour autant que des normes et des procédures juridiques strictes, l'état de droit, le droit international et les droits fondamentaux soient garantis par l'ensemble des parties et fassent l'objet d'un contrôle judiciaire; rappelle par conséquent que la collecte de preuves, les interrogatoires et autres techniques d'enquête doivent être menés dans le respect de normes juridiques strictes et être conformes aux lois, principes et valeurs de l'Union européenne ainsi qu'aux normes internationales en matière de droits de l'homme; signale, à cet égard, que l'utilisation de traitements cruels, inhumains et dégradants, de la torture, des détentions extrajudiciaires et des enlèvements est interdite par le droit international et ne peut être envisagée pour collecter des preuves de crimes commis sur le territoire de l'Union européenne ou hors de son territoire par des ressortissants de l'Union; 51. merkt op dat het voor de vervolging van terreurdaden die door Europese burgers of in de EU woonachtige niet-EU-onderdanen in derde landen zijn begaan, nodig is dat in de
rde landen bewijzen kunnen worden vergaard, met volledige inachtneming van de mensenrechten; verzoekt de EU daarom te werken aan akkoorden met derde landen inzake samenwerking op gerechtelijk vlak en bij de rechtshandhaving om het vergaren van bewijzen in die landen te vergemakkelijken, mits alle partijen strenge rechtsnormen en procedures, rechtsstatelijke beginselen, het internationaal recht en de grondrechten in acht nemen en dit aan rechterlijke toetsing onderwor
...[+++]pen is; herinnert er dan ook aan dat bij de bewijsvergaring, het verhoor en andere dergelijke onderzoekstechnieken strenge rechtsnormen in acht moeten worden genomen en dat de Europese wetgeving, beginselen en waarden alsook de internationale mensenrechten moeten worden nageleefd; wijst er in dit verband op dat wrede, onmenselijke en onterende behandeling, foltering, buitengerechtelijke uitlevering en ontvoering krachtens het internationaal recht verboden zijn en niet mogen worden toegepast met het oog op het verzamelen van bewijs voor misdrijven die op het grondgebied van de EU of daarbuiten door onderdanen van de EU zijn gepleegd;