Comme dans les autres cas mentionnés à l'article 4, § 1, cette exclusion était dictée par le souci de prévenir la fraude et la collusion et d'empêcher de faire passer pour des dommages causés par le véhicule assuré des dommages ayant une autre origine (Doc. parl. , Chambre, 1954-1955, n° 351/4, p. 28, et Doc. parl. , Sénat, 1988-1989, n° 696/2, p. 35).
Die uitsluiting was, zoals in de andere gevallen vermeld in artikel 4, § 1, ingegeven door de overweging om fraude en heimelijke verstandhouding te voorkomen en te verhinderen schade van een andere oorsprong te doen doorgaan voor schade veroorzaakt door het verzekerde voertuig (Parl. St. , Kamer, 1954-1955, nr. 351/4, p. 28, en Parl. St. , Senaat, 1988-1989, nr. 696/2, p. 35).