2. Combien de détenus ont été affectés, dans chaque prison, à un emploi: a) consistant en des tâches ménagères et d'entretien du matériel et des bâtiments; b) dans les ateliers propres à l'établissement pénitentiaire; c) dans une exploitation agricole propre à l'établissement pénitentiaire; d) pour des entrepreneurs ou entreprises externes?
2. Hoeveel gevangenen werden in elke gevangenis ingezet voor een tewerkstelling: a) bij het huishoudelijk werk en het onderhoud van materiaal en gebouwen; b) in de eigen werkplaatsen; c) op het eigen landbouwbedrijf; d) verricht voor externe aannemers/bedrijven?