Les membres du Service général de l'Inspection fondent leur évaluation et leur contrôle sur des faits prélevés notamment à travers l'assistance aux cours et activités, l'examen des travaux et documents des élèves, les résultats obtenus aux évaluations externes non certificatives, l'interrogation des élèves, l'analyse des données quantitatives liées au taux d'échecs, de redoublements ou de réorientations vers d'autres établissements et l'examen des préparations.
De leden van de algemene inspectiedienst baseren hun evaluatie en hun controle op feiten die inzonderheid werden vastgesteld naar aanleiding van de begeleiding van cursussen en activiteiten, van het onderzoek van werken en documenten van leerlingen, van de resultaten die werden behaald bij de externe evaluaties die niet met getuigschriften worden bekrachtigd, van de ondervraging van leerlingen, van het onderzoek van kwantitatieve gegevens in verband met het aantal leerlingen die zakken, blijven zitten of worden gericht naar andere inrichtingen, en van het onderzoek van de voorbereidingen.