(e) Le sous-officier de carrière visé à l'article 244/1, 1°, qui, la veille de la date d'entrée en vigueur de l'article 246, satisfait aux conditions pour l'avancement au grade d'adjudant-major visées à la présente loi, peut être nommé au grade d'adjudant-major du niveau B, pour autant qu'il soit, au premier comité d'avancement pour les candidats adjudant-major qui suit la date d'entrée en vigueur de l'article 246, recommandé favorablement au ministre et pour autant que le ministre se rallie aux avis du comité d'avancement.
De beroepsonderofficier bedoeld in artikel 244/1, 1°, die de dag vóór de inwerkingtreding van artikel 246 voldoet aan de voorwaarden voor bevordering tot de graad van adjudant-majoor bedoeld in deze wet, kan bevorderd worden tot de graad van adjudant-majoor van niveau B, voor zover hij op het eerstvolgende bevorderingscomité georganiseerd voor de kandidaten adjudant-majoor volgend op de datum van inwerkingtreding van artikel 246, gunstig wordt aanbevolen aan de minister en voor zover de minister zich aansluit bij het advies van het bevorderingscomité.