3. En application des articles 66 et 67 de l'arrêté royal du 7 avri
l 1959 relatif à la position et à l'avancement des officiers de carrière des Forces terrestre, aérienne et navale et du service médical, c'est le ministre de la Défense nationale qui décide de l'affectation des officiers, sauf lorsqu'il s'agit d'emplois spéciaux, comme entre autres le chef d'état-majo
r d'une force ou le commandant d'un grand commandement, dont les titulaires sont désignés et démis de leur fonction par arrêté royal, sur proposition du ministre de la Déf
...[+++]ense nationale.
3. Bij toepassing van artikelen 66 en 67 van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren van de Land-, de Lucht- en de Zeemacht en van de medische dienst is het de minister van Landsverdediging die beslist over de aanwijzing van de officieren, behalve wanneer het om bijzondere ambten gaat, zoals onder meer de stafchef van een krijgsmachtdeel of de commandant van een groot commando, waarvan de titularis per koninklijk besluit, op voordracht van de minister van Landsverdediging, aangesteld en ontslagen wordt.