L’accord examiné dans la présente affaire, conclu entre un bailleur de locaux commerciaux et un détaillant (locataire de référence), qui limite le droit du bailleur de décider individuellement, sans le consentement préalable du locataire de référence, de louer d’autres locaux commerciaux à des concurrents potentiels du locataire de référence, doit-il être considéré comme un accord entre entreprises dont l’objet est d’entraver, de restreindre ou de fausser la concurrence au sens de l’article 101, paragraphe 1, du traité sur le fonctionnement de l’Union européenne?
Kan de in het hoofdgeding onderzochte overeenkomst tussen een verhuurder van winkelruimte en een detailhandelaar (die als ankerhuurder fungeert), die een beperking inhoudt van het recht van de verhuurder om eenzijdig en zonder toestemming van de ankerhuurder te besluiten tot de verhuur van winkelruimte aan mogelijke concurrenten van de ankerhuurder, worden aangemerkt als een overeenkomst tussen marktdeelnemers die ertoe strekt de mededinging te verhinderen, te beperken of te vervalsen in de zin van artikel 101, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie?