2. Les États membres peuvent être autorisés, selon la procédure prévue à l'article 18 de la directive 90/425/CEE, à exclure de la liste prévue au paragraphe 1 point a) les personnes physiques qui détiennent un maximum de trois animaux des espèces ovine et caprine pour lesquels elles ne demandent aucune prime ou, pour tenir compte de circonstances particulières, un porc et qui sont destinés à leur propre usage ou consommation, pour autant que chacun de ces animaux soit soumis, avant tout mouvement, aux contrôles prévus par la présente directive.
2. De Lid-Staten kunnen volgens de procedure van artikel 18 van Richtlijn 90/425/EEG worden gemachtigd natuurlijke personen die maximaal drie schapen of geiten houden, waarvoor zij geen premies aanvragen, dan wel, in verband met bijzondere omstandigheden, natuurlijke personen met één varken, en die voor eigen gebruik of verbruik bestemd zijn, niet op de in lid 1, onder a), bedoelde lijst te plaatsen, voor zover elk van deze dieren vóór een eventuele verplaatsing aan de in deze richtlijn voorgeschreven controles wordt onderworpen.