§ 2 - Si aucun candidat ne remplit la condition mentionnée à l'article 4, § 1, alinéa 1, 5°, le pouvoir organisateur peut, sur proposition de l'autorité compétente pour le culte concerné et par dérogation à l'article 4, désigner à titre temporaire un candidat qui s'est inscrit à la suite de l'appel mentionné à l'article 4, § 1, alinéa 1, 8°, qui n'est pas porteur du titre requis pour la fonction à pourvoir.
§ 2 - Indien geen kandidaat aan de in artikel 4, § 1, lid 1, 5°, vermelde voorwaarde voldoet, dan kan de inrichtende macht in afwijking van artikel 4, op de voordracht van de bevoegde instantie van de betrokken eredienst een kandidaat tijdelijk aanstellen die zijn kandidatuur heeft ingediend op grond van de in artikel 4, § 1, lid 1, 8°, vermelde oproep tot de kandidaten, echter niet houder is van het bekwaamheidsbewijs vereist voor het toe te wijzen ambt.