La grande majorité des cas dans lesquels est invoqué le fameux article 10, 4º, de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers concernent des Turcs ou des Marocains, qui sont nés ou ont été élevés en Belgique, et qui font venir un futur conjoint de leur pays (et généralement même de leur région ou de leur village) d'origine.
In de overgrote meerderheid van de gevallen waarin een beroep wordt gedaan op het fameuze artikel 10, 4º, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, gaat het om Turken of Marokkanen die hier geboren zijn, dan wel hier opgegroeid zijn, en een bruid of bruidegom laten overkomen uit het land (en meestal zelfs de streek of het dorp) van herkomst.