Afin de garantir l'application unif
orme du droit de la concurrence, le législateur a prévu aux articles 42 de la LPCE 1991 et 42bis de la LPCE 1999 que le juge saisi d'un litige dont la solution dépend de l'existence ou non d'une pratique de concurrence illicite, par exemple dans le cadre d'une action en rép
aration du dommage, peut surseoir à l'examen de l'affaire et poser une question préjudicielle à la Cour d'appel de Bruxelles, qui statue également en degré d'appel sur la répression administrative des infractions en matièr
e de concu ...[+++]rrence et donc aussi sur le caractère licite ou non de la pratique de concurrence.Teneinde de eenheid te bewaken in de toepassing van het mededingingsrecht, heeft de wetgever in de artikelen 42 van de WBEM 1991 en 42bis van de WBEM 1999 bepaald dat de rechter bij wie een geschil aanhangig is gemaakt waarvan de oplossing afhankelij
k is van het al dan niet bestaan van een ongeoorloofde mededingingspraktijk, bijvoorbeeld in het kader van een vordering tot vergoeding van de schade, de behandeling van het geschil kan uitstellen en een prejudiciële vraag kan stellen aan het Hof van Beroep te Brussel, dat tevens in hoger beroep oordeelt over de administratiefrechtelijke handhaving van de mededinging en dus ook over het al da
...[+++]n niet geoorloofde karakter van de mededingingspraktijk.