À la demande d'un État membre, des dérogations aux dispositions de l'article 17, paragraphe 3, point a) ou b) peuvent, en ce qui concerne les infrastructures de transport routier, être accordées par la Commission dans certains cas dûment justifiés, à condition qu'un niveau de sécurité adéquat soit assuré.
Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie met betrekking tot spoorwegeninfrastructuur in terdege gemotiveerde gevallen vrijstellingen van het bepaalde in artikel 17, lid 3, punt a) of punt b), verlenen op voorwaarde dat een adequaat veiligheidsniveau gewaarborgd is.