Indépendamment des conditions d'accès (âge, état, diplôme), qui sont spécifiques à chaque grade, la loi ne dit mot de critères d'évaluation éventuels tels que l'ancienneté, les antécédents professionnels, les mérites, l'aptitude ou d'autres critères encore, laissant ainsi au Roi un très large pouvoir d'appréciation pour choisir parmi les candidats répondant aux conditions d'accès prévues par la loi.
Afgezien van de toetredingsvoorwaarden (leeftijd, stand, getuigschrift), die specifiek zijn voor elke graad, zwijgt de wet over mogelijke evaluatiecriteria zoals anciënniteit, beroepsantecedenten, verdiensten, geschiktheid of andere, en laat aldus aan de Koning een zeer ruime beoordelingsbevoegdheid om een keuze te doen uit de kandidaten die aan de wettelijke toetredingsvereisten voldoen.