Dans un délai de deux mois à compter de la date de la publication prévue à l'article 14, paragraphe 3, tout État membre ou pays tiers ou toute personne physique ou morale ayant un intérêt légitime, résidant ou établie dans un État membre autre que celui demandant la protection ou dans un pays tiers, peut s'opposer à la protection envisagée, en déposant auprès de la Commission une déclaration dûment motivée concernant les conditions d'éligibilité fixées dans le présent chapitre.
Lidstaten, derde landen of natuurlijke of rechtspersonen met een rechtmatig belang die woonachtig zijn of zijn gevestigd in een andere lidstaat dan die die de bescherming heeft aangevraagd, of in een derde land, kunnen gedurende uiterlijk twee maanden na de in artikel 14, lid 3 bedoelde bekendmaking bezwaar tegen de voorgestelde bescherming aantekenen door bij de Commissie een met redenen omklede verklaring in te dienen met betrekking tot de in dit hoofdstuk bepaalde voorwaarden om voor bescherming in aanmerking te komen.