La confiscation d'appareils émetteurs, d'appareils émetteurs et récepteurs ou d'appareils récepteurs de radiocommunications ainsi que tout accessoire destiné spécialement à son utilisation, ayant servi à enfreindre les articles 39, § 1 et 41, et les arrêtés pris en exécution de l'article 16 est toujours prononcée, même s'ils n'appartiennent pas au condamné.
De verbeurdverklaring van zendtoestellen, van zend-ontvangtoestellen of van ontvangtoestellen voor radiocommunicatie alsook van enig toebehoren dat speciaal voor de werking ervan bestemd is, die hebben gediend tot het overtreden van de artikelen 39, § 1 en 41, en van de ter uitvoering van artikel 16 genomen besluiten wordt altijd uitgesproken, zelfs indien ze niet aan de veroordeelde toebehoren.