Art. 15. Sans préjudice de l'exception visée à l'article 33, § 1, g , du décret, tout membre du Conseil d'administration qui pressent l'existence d'une incompatibilité ou qui craint la menace d'un conflit d'intérêt dans son chef ou dans celui d'un autre membre en informe sans délai le Président qui en saisit le Conseil d'administration et les Commissaires du Gouvernement
Art. 15. Onverminderd de uitzondering bedoeld in artikel 33, § 1, g , van het decreet, moet elk lid van de Raad van Bestuur, dat een onverenigbaarheid vermoedt of voor een belangenconflict waarin hij of een ander lid verwikkeld is, vreest, onmiddellijk de Voorzitter(ster), die die zaak bij de Raad van Bestuur en bij de Commissarissen van de Regering aanhangig maakt, daarvan op de hoogte brengen.