4. Quoi qu'il en soit, si la volonté de l'auteur du projet est celle exprimée dans le rapport au Roi, à savoir que l'auditeur ne soit pas amené à donner son avis sur les raisons invoquées par une partie pour justifier le non-paiement des droits dans le délai prescrit, il y a lieu d'avoir égard à l'article 76, § 1, des lois `sur le Conseil d'Etat', coordonnées le 12 janvier 1973, qui dispose ce qui suit :
4. Hoe het ook zij, indien de bedoeling van de steller van het ontwerp die is welke in het verslag aan de Koning verwoord wordt, namelijk dat de auditeur geen advies hoeft te geven over de redenen die door een partij aangevoerd worden als rechtvaardiging voor het feit dat de rechten niet binnen de voorgeschreven termijn betaald zijn, behoort rekening gehouden te worden met artikel 76, § 1, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin het volgende wordt bepaald :