Le Conseil d'Etat estime à juste titre qu'il n'y a pas de fondement juridique pour le projet d'article 62 qui rend passible de peines celui qui, au moyen d'une fausse prescription médicale, d'une fausse demande, d'une fausse signature ou de tout autre moyen frauduleux, a obtenu ou tenté d'obtenir des produits.
De Raad van State stelt terecht dat er geen rechtsgrond zou bestaan voor het ontworpen artikel 62 waarbij strafbaar wordt gesteld diegene die door middel van een vals medisch voorschrift, van een valse aanvraag, van een valse handtekening of van enig ander bedrieglijk middel middelen heeft verkregen of heeft getracht te verkrijgen.