L'article 58, § 1 , de la loi du 6 avril 2010 précitée disposait, dans sa version applicable au litige pendant devant la juridiction a quo : « Sont visées par la présente section, les ventes au consommateur de biens et services effectuées par une entreprise : 1° à la résidence du consommateur ou d'un autre consommateur, ainsi qu'au lieu de travail du consommateur; 2° pendant une excursion organisée par ou pour l'entreprise en dehors de sa surface de vente; 3° dans les salons, foires et expositions, pour autant qu'il n'y ait pas paiement sur place de la somme totale et que le prix excède 200 euros ».
Artikel 58, § 1, van de voormelde wet van 6 april 2010 bepaalde, in de versie ervan die van toepassing is op het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil : « In deze afdeling worden bedoeld, de verkopen aan de consument van goederen en diensten door een onderneming : 1° ten huize van de consument of van een andere consument, alsook op de arbeidsplaats van de consument; 2° tijdens een door of voor de onderneming buiten haar verkoopruimte georganiseerde excursie; 3° op salons, beurzen en tentoonstellingen, op voorwaarde dat er ter plaatse geen betaling van het totale bedrag gebeurt en dat de prijs hoger is dan 200 euro ».