Sauf dans le cas visé à l'alinéa 3, la composante de l'ancienneté pécuniaire visée à l'alinéa 2, 1°, ne peut être modifiée que lorsqu'il est constaté qu'une erreur ou un dol a été commis au moment de son calcul initial.
Buiten het geval bedoeld in het derde lid, kan de component van de geldelijke anciënniteit bedoeld in het tweede lid, 1°, enkel gewijzigd worden wanneer wordt vastgesteld dat een vergissing of bedrog werd begaan op het ogenblik van zijn initiële berekening.