La Commission constate que l'action des instances disciplinaires ayant une compétence d'enquête, lorsqu'elles existent, est circonscrite à la seule institution, organe ou organisme dont elles relèvent, contrairement à l'Office, doté de larges pouvoirs d'investigation interne, qu'il peut exercer indifféremment dans toutes les institutions, organes et organismes, y compris pour les membres ou le personnel ne relevant pas du statut.
De Commissie stelt vast dat de werkzaamheden van de bestaande disciplinaire instanties die beschikken over een onderzoeksbevoegdheid zich beperken tot de instellingen, organen of instanties waartoe zij zelf behoren. Dat geldt niet voor het Bureau, dat beschikt over ruime bevoegdheden voor interne onderzoeken, die het bij alle instellingen, organen en instanties kan uitoefenen, ook met betrekking tot leden of personeelsleden die niet aan het Statuut onderworpen zijn.