L'exploitant reste en toute hypothèse tenu pour l'avenir, et quelle que soit la raison pour laquelle le programme de garantie a pris fin à son égard (expiration du programme dans son ensemble, refus par l'exploitant de modifications apportées au programme, exclusion ou renonciation), par certaines obligations qui doivent logiquement continuer à s'appliquer.
De exploitant blijft in elk geval in de toekomst gebonden door bepaalde verplichtingen die logischerwijs van toepassing moeten blijven, ongeacht de reden waarom het waarborgprogramma voor hem werd stopgezet (stopzetting van het programma in zijn geheel, niet-aanvaarding van de wijzigingen aan het programma door de exploitant, uitsluiting of verzaking).