3. « L'arrêté-loi du 29 décembre 1945, publié au Moniteur belge du 4 janvier 1946, eu égard à son objectif défini dans le ' rapport au Régent ' préliminaire et eu égard au principe de proportionnalité, notamment en ce que sont visées toutes sortes d'affichages sans
distinction, est-il contraire aux articles 10 et/ou 11, et/ou 21 de la Constitution, lus en combinaison avec le droit à la liberté d'expression défini, entre autres mais pas exclusivement, à l'article 19 de la Constitution, à l'article 10 de la Convention européenne des droits de l'homme et à l'article 19 du Pacte international du 19 décembre 1966 relatif aux droits civils et
...[+++]politiques et cet arrêté-loi instaure-t-il un traitement disproportionné entre, d'une part, la catégorie de citoyens qui, par le biais de l'affichage, souhaitent diffuser une opinion ou une information contenant des écrits subversifs contre l'autorité établie et de nature à troubler l'ordre public et la sécurité et, d'autre part, la catégorie de citoyens qui, par le biais de l'affichage, souhaitent diffuser une opinion ou une information qui ne contient pas d'écrits subversifs contre l'autorité établie et qui n'est pas de nature à troubler l'ordre public et la sécurité ?3. « Is de besluitwet van 29 december 1945, zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 januari 1946, gelet op de doelstelling ervan, zoals omschreven in het voorafgaandelijk ' rapport au régent ' en gelet op het evenredigheidsbeginsel, onder meer doordat alle soo
rten van affichage, zonder onderscheid, geviseerd worden, strijdig met de artikelen 10 en/of 11, en/of 21 van de Grondwet, gelezen in samenhang met het recht op vrije meningsuiting zoals omschreven in o.a., doch niet uitsluitend, het artikel 19 van de Grondwet, het artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het artikel 19 van het Internationaal Ve
...[+++]rdrag van 19 december 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten en voert deze besluitwet een onevenredige behandeling in tussen, enerzijds, de categorie van burgers die via aanplakking een mening of informatie, inhoudende opruiende taal tegen het gevestigd gezag en van aard de openbare orde en veiligheid in het gedrang te brengen, wensen te verspreiden en, anderzijds, de categorie van burgers die via aanplakking een mening of informatie, die geen opruiende taal tegen het gevestigd gezag inhoudt en niet van aard is de openbare orde en veiligheid in het gedrang te brengen, wensen te verspreiden ?