La Cour d'appel de Liège demande à la Cour si cette disposition viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'elle rend imposables les indemnités réparant un dommage physique, lorsque le contribuable n'a pas subi de perte de revenus, versées en exécution d'un contrat d'assurance collectif conclu par l'employeur du bénéficiaire, alors que les mêmes indemnités, versées en exécution d'un contrat d'assurance individuelle conclu par l'intéressé ne sont, conformément à l'article 38, 8, du C. I. R.
Het Hof van Beroep te Luik vraagt het Hof of die bepaling de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat zij de vergoedingen voor lichamelijke schade die gestort zijn ter uitvoering van een collectief verzekeringscontract gesloten door de werkgever van de begunstigde, belastbaar maakt wanneer de belastingplichtige geen inkomsten heeft gederfd, terwijl diezelfde vergoedingen, wanneer zij overeenkomstig artikel 38, 8, van het W.I. B.