Art. 152. Les agents qui, à la date d'entrée en vigueur du présent arrêté, exercent des prestations réduites pour raisons sociales ou familiales ou pour convenance personnelle ainsi que ceux qui sont en disponibilité pour convenance personnelle, restent régis par les dispositions qui leur étaient applicables jusqu'à l'expiration de la période d'absence en cours.
Art. 152. De ambtenaren die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit verminderde prestaties uitoefenen gewettigd door sociale of familiale redenen of wegens persoonlijke aangelegenheid of in disponibiliteit zijn wegens persoonlijke aangelegenheden, blijven onderworpen aan de bepalingen die op hen van toepassing waren, tot de aan de gang zijnde periode van afwezigheid is afgelopen.