Au cours des discussions parlementaires relatives à la loi du 13 avril 1995, la possibilité ou la nécessité d'un accord de coopération avec les communautés avaient été abordées : un accord de coopération devrait préciser la manière de collaborer avec les institutions qui relèvent de la compétence des communautés et qui sont actives dans le domaine post-pénitentiaire ainsi que les aspects financiers de cette coopération (rapport du Sénat 1348/2 1994/1995, page 35).
Tijdens de parlementaire besprekingen van voormelde wet van 13 april 1995 kwam de mogelijkheid of de noodzaak van een samenwerkingsakkoord met de gemeenschappen reeds ter sprake : een samenwerkingsakkoord zou de wijze van medewerking met instellingen, die onder de bevoegdheid van de gemeenschappen vallen en werkzaam zijn in de post-penitentiaire sfeer, evenals de financiële aspecten van deze medewerking regelen (Senaatsverslag 1348/2 1994/1995, blz. 35).