5. Si l'incompatibilité d'une norme de droit interne avec les droits et libertés énoncés au titre II de la Constitution à l'exception de l'article 32bis de la Constitution ou les articles 170, 172 ou 191 de la Constitution est soulevée devant le juge, celui-ci est tenu de poser une question préjudicielle à la Cour d'arbitrage; afin d'éviter des procédures inutiles, il est prévu que la Cour d'arbitrage ait la possibilité de prononcer un arrêt de réponse immédiate.
5. Indien voor de rechter de onverenigbaarheid van een interne norm met de rechten en vrijheden vervat in titel II van de Grondwet met uitzondering van artikel 32bis van de Grondwet of de artikelen 170, 172 of 191 van de Grondwet opgeworpen wordt, is de rechter verplicht een prejudiciële vraag te stellen aan het Arbitragehof; om nutteloze procedures te vermijden wordt voorzien dat het Arbitragehof de mogelijkheid heeft om een arrest van onmiddellijk antwoord uit te spreken.