Référence à cet égard doit notamment être faite à un arrêt de la cour d'appel de Mons du 20 octobre 1989 et à la question parlementaire du 13 septembre 1993 qui a confirmé la position prise par la cour d'appel de Mons en ce que, pour l'application de l'article 215, alinéa 2, 1, CIR 2, les parts représentatives des droits dans le fonds ne doivent pas être envisagées en tant que telles mais en fonction de la nature des actifs qu'elles représentent.
Er moet in dat opzicht met name worden verwezen naar een arrest van het hof van beroep van Bergen van 20 oktober 1989 en naar de parlementaire vraag van 13 september 1993 die het standpunt van het hof van beroep van Bergen bevestigt. Dat arrest zegt met betrekking tot de toepassing van artikel 215, tweede lid, 1, van het WIB 2 dat de aandelen die de rechten in het fonds vertegenwoordigen niet als dusdanig moeten worden beschouwd, maar wel op basis van de aard van de activa die ze vertegenwoordigen.