Lors de la modification apportée par la loi du 7 avril 1995 élargissant le champ d'application de la loi de prévention du 11 janvier 1993, le gouvernement avait souligné que le but n'était certainement pas d'imposer un champ d'application aussi large que celui de l'article 505 du Code pénal, qui couvre les avantages patrimoniaux découlant de toute infraction, quelle qu'en soit la nature ou la gravité.
Bij de wetswijziging van 7 april 1995 waarin het toepassingsgebied van de preventiewet van 11 januari 1993 werd uitgebreid, beklemtoonde de regering dat het zeker niet de bedoeling was een toepassingsveld op te leggen dat zo ruim is als dat van artikel 505 van het Strafwetboek, dat de vermogensvoordelen dekt uit enig misdrijf, wat ook de aard of de ernst er van zij.