Lorsque le scanner CT ne répond pas au critère d'acceptabilité visé à l'article 18 § 3 ou à un ou plusieurs critères d'acceptabilité spéciaux visés au chapitre IV, ou lorsque la sûreté de l'utilisation clinique du scanner CT ne peut être garantie, l'exploitant prend, en dérogation au paragraphe 2, immédiatement des mesures correctrices et l'appareil est mis hors service jusqu'à ce qu'il ait été remédié aux manquements constatés.
Wanneer de CT-scanner niet beantwoordt aan het aanvaardbaarheidscriterium bepaald in artikel 18 § 3 of aan één of meerdere van de bijzondere aanvaardbaarheidscriteria zoals bepaald in hoofdstuk IV, of wanneer een veilig klinisch gebruik van de CT-scanner niet gegarandeerd kan worden, treft de exploitant in afwijking van paragraaf 2 onmiddellijk corrigerende maatregelen en wordt de apparatuur buiten gebruik gesteld zolang aan de vastgestelde gebreken niet verholpen is.