6.6. La CBI estimait, pour l'essentiel, que la période de transition visée à l'article 17, paragraphe 1, point b), avait pour effet d'accroître les possibilités d'emploi des jeunes dans les secteurs mentionnés plus haut et que son non-renouvellement réduirait ces possibilités.
6.6. Het standpunt van de CBI kwam er in wezen op neer dat de overgangsperiode in artikel 17, lid 1, onder b), tot gevolg had dat jongeren een betere kans hadden op werk in de bovengenoemde sectoren en dat bij niet-verlenging deze kansen minder zouden worden.