De l'accord préalable du secrétaire général, le directeur général de la Direction générale du Personnel et de la Fonction publique peut subdéléguer, par un acte écrit et préalable communiqué à tous les membres du personnel concernés, à un fonctionnaire général de rang 15 de la même direction générale les compétences qui lui sont déléguées en application de l'alinéa précédent à l'exclusion toutefois des compétences visées au § 1, 3°, 4° et 9°.
Mits voorafgaande instemming van de secretaris-generaal, kan de directeur-generaal van de Algemene Directie Personeel en Ambtenarenzaken, via een schriftelijke akte die vooraf aan alle betrokken personeelsleden werd medegedeeld, aan een ambtenaar-generaal van rang 15 van dezelfde algemene directie, de bevoegdheden subdelegeren die hem gedelegeerd worden bij toepassing van vorig lid met uitzondering echter van de bevoegdheden bedoeld bij § 1, 3°, 4° en 9°.