Saisie d'un pourvoi contre un arrêt de la chambre de l'instruction d
e la cour d'appel d'Agen qui avait prononcé l'annulation de procès-verbaux de garde à vue et des auditions intervenues pendant celle-ci, au motif que la personne en garde à vue avait certes pu s'entretenir confidentiellement avec son avocat dès le début de la mesure et avant même son interrogatoire par les services de police, mais qu'elle n'avait par contre pas pu bénéficier de l'assistance de l'avocat lors de ses interrogatoires, la Cour de cassation française a, dans un arrêt nº 5700 du 19 octobre 2010 jugé « qu'en prononçant a
...[+++]insi, la chambre de l'instruction a fait l'exacte application de l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme ».Bij het hof werd cassatieberoep ingesteld tegen een arrest van de onderzoekskamer van he
t hof van beroep te Agen dat de processen-verbaal over de inverzekeringstelling en over de tijdens de inverzekeringstelling afgenomen verhoren had vernietigd omdat de in verzekering gestelde persoon, zich weliswaar van bij de aanvang van de maatregel en nog vóór zijn verhoor door de politiediensten op vertrouwelijke wijze had kunnen onderhouden met zijn advocaat, maar tijdens zijn ondervragingen niet de bijstand van een advocaat had kunnen genieten. Het Franse Hof van Cassatie oordeelde in zijn arrest nr. 5700 van 19 oktober 2010 [dat de onderzoekskam
...[+++]er in haar uitspraak artikel 6 van het Europese Mensenrechtenverdrag op correcte wijze heeft toegepast] « qu'en prononçant ainsi, la chambre de l'instruction a fait l'exacte application de l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme ».