La question de l'existence des motifs susvisés s'impose d'ailleurs encore davantage depuis l'introduction du référé administratif au Conseil d'Etat par la loi du 19 juillet 1991, en ce sens que depuis lors, les requérants ont la possibilité d'obtenir une décision - ne fût-ce que provisoire - du Conseil d' Etat assez rapidement dans le cadre d'une procédure en suspension ou d'une demande de mesures provisoires, de telle sorte que l'existence de la « procédure simplifiée » visée à l'article 66 en projet se justifie encore moins.
De vraag omtrent het bestaan van de voormelde motieven is als gevolg van het invoeren van het administratief kort geding voor de Raad van State bij de wet van 19 juli 1991, trouwens nog pregnanter geworden, in die zin dat het voor de verzoekers mogelijk is geworden om relatief snel in het raam van een schorsingsprocedure of een procedure tot het verkrijgen van voorlopige maatregelen, een - zij het voorlopige - uitspraak van de Raad van State te krijgen, wat de bestaansreden van een « vereenvoudigde procedure », zoals artikel 66 die beoogt te ontwerpen, nog minder evident maakt.