L'exemption, visée à l'alinéa premier, s'applique uniquement aux actes en exécution : 1° d'un projet de rénovation rurale tel que visé à l'article 3.1.1 du décret du 28 mars 2014 relatif à la rénovation rurale
; 2° d'un projet d'aménagement de la nature en cours tel que visé à l'article 47 du décret du 21 octobre 1997 concernant la conservation de la nature et le milieu naturel ; 3° d'une
note d'aménagement élaborée telle que visée à l'article 4.2, 1° du décret du 28 mars 2014 relatif à la r
...[+++]énovation rurale ; 4° d'un projet tel que visé à l'article 7.2.5 du décret du 28 mars 2014 relatif à la rénovation rurale ; 5° d'un remembrement d'intérêt public en application de l'article 11 de la loi du 22 juillet 1970 relative au remembrement légal de biens ruraux ; 6° d'un échange d'exploitation instauré ou un remembrement suivant en application de l'article 2 de la loi du 12 juillet 1976 portant des mesures particulières en matière de remembrement légal de biens ruraux lors de l'exécution de grands travaux d'infrastructure ; 7° d'un remembrement d'intérêt public en application de l'article 14 de la loi du 10 janvier 1978 portant des mesures particulières en matière de remembrement à l'amiable de biens ruraux ; 8° d'un plan de gestion approuvé sur la base de l'article 43 du Décret forestier du 13 juin 1990 ; 9° d'un plan de gestion approuvé sur la base de l'article 34 du décret du 21 octobre 1997 concernant la conservation de la nature et le milieu naturel ; 10° d'un plan de gestion approuvé tel que visé à l'article 8.1.1. ou 8.1.3 du Décret relatif au patrimoine immobilier du 12 juillet 2013».De vrijstelling, vermeld in het eerste lid, geldt alleen voor handelingen te
r uitvoering van: 1° een ingesteld landinrichtingsproject als vermeld in artikel 3.1.1 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting; 2° een ingesteld natuurinrichtingsproject als vermeld in artikel 47 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; 3° een vastgestelde inrichtingsnota als vermeld in artikel 4.2.1 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting; 4° een project als vermeld in artikel 7.2.5 van het decreet van 28 maart 2014 betreffende de landinrichting; 5° een nuttig v
...[+++]erklaarde ruilverkaveling met toepassing van artikel 11 van de wet van 22 juli 1970 op de ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet; 6° een ingestelde gebruiksruil of daarop volgende ruilverkaveling met toepassing van artikel 2 van de wet van 12 juli 1976 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen uit kracht van de wet bij de uitvoering van grote infrastructuurwerken; 7° een nuttig verklaarde ruilverkaveling met toepassing van artikel 14 van de wet van 10 januari 1978 houdende bijzondere maatregelen inzake ruilverkaveling van landeigendommen in der minne; 8° een goedgekeurd beheersplan op basis van artikel 43 van het Bosdecreet van 13 juni 1990; 9° een goedgekeurd beheersplan op basis van artikel 34 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu; 10° een goedgekeurd beheersplan zoals bedoeld in artikel 8.1.1. of artikel 8.1.3. van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013".