Par son arrêt du 27 juin 1986 (Pas., I, 1986, n° 680), la Cour de cassation a jugé que l'article 43, alinéa 3, de la loi du 1
1 juin 1874 sur les assurances ne s'applique pas lorsque l'un des époux a conclu, au cours du mariage, une assurance vie sous la fo
rme d'une assurance groupe qui prévoit le paiement d'un capital en cas de décès ou de vie, que
les primes ont été payées au cours du mariage avec des sommes provenant de la commun
...[+++]auté, que le mariage a été dissous par divorce et que le preneur d'assurance exerce son droit au rachat après la dissolution du mariage.
Bij zijn arrest van 27 juni 1986 (Arr. Cass., 1986, nr. 680), heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat artikel 43, derde lid, van de wet van 11 juni 1874 betreffende de verzekeringen niet van toepassing is wanneer één van de echtgenoten tijdens het huwelijk een levensverzekering heeft afgesloten in de vorm van een groepsverzekering die voorziet in de uitbetaling van een kapitaal bij overlijden of bij leven, tijdens het huwelijk premies werden betaald met gelden van de gemeenschap, het huwelijk door echtscheiding werd ontbonden en de verzekeringnemer, na ontbinding van het huwelijk, zijn recht van afkoop uitoefent.