C. considérant que l'utilisation de combustibles fossiles comme source d'énergie a entraîné une augmentation du taux de CO2 dans l'atmosphère et a contribué, de cette manière, au changement climatique à l'échelle mondiale; que l'Union européenne a fixé des objectifs pour la production d'énergie renouvelable d'ici à 2020 et qu'elle élabore actuellement un cadre d'action dans les domaines climatique et énergétique à l'horizon 2030; considérant que s'il existe actuellement des dispositions sur la production d'énergie à petite échelle (microgénération), elles sont dispersées dans plusieurs initiatives législatives et non législatives telles que la directive sur les énergies renouvelables ou la directive relative à l'efficacité énergétique;
C. overwegende dat het gebruik van fossiele brandstoffen als energiebron het CO2 -niveau in de atmosfeer heeft doen toenemen en daarmee heeft bijgedragen tot de wereldwijde klimaatverandering; dat de EU voor 2020 streefcijfers heeft vastgesteld voor de opwekking van hernieuwbare energie en momenteel werkt aan een kader voor het klimaat- en energiebeleid voor 2030; dat er op dit moment wel bepalingen inzake kleinschalige energieopwekking (micro-opwekking) bestaan, maar dat deze verspreid zitten over diverse wetgevings- en niet-wetgevingsinitiatieven zoals de richtlijn energie uit hernieuwbare bronnen en de richtlijn energie-efficiëntie;