En tant qu'il attend des mandataires communaux qu'ils fassent une déclaration d'apparentement, c'est-à-dire déclarer leurs opinions politiques, pour que leur soit accordée la plénitude de leurs attributions dans les conseils d'administration des intercommunales, le législateur décrétal outrepasse ses compétences et compromet l'équilibre des principes constitutionnels consacrés aux articles 10 et 11, 19 (liberté d'opinion), 22 (vie privée), 27 (liberté d'association), 41 (autonomie communale) et 162.
In zoverre de decreetgever van de gemeentemandatarissen verwacht dat zij een verklaring van lijstverbinding afleggen, dit wil zeggen dat zij hun politieke opinie kenbaar maken opdat hun de volheid van bevoegdheid wordt verleend in de raden van bestuur van de intercommunales, gaat hij zijn bevoegdheid te buiten en brengt hij het evenwicht van de in de artikelen 10 en 11, 19 (vrijheid van mening), 22 (privé-leven), 27 (vrijheid van vereniging), 41 (gemeentelijke autonomie) en 162 verankerde grondwettelijke beginselen in het gedrang.