25. marque son soutien aux projets de diversifi
cation des voies et sources d’approvisionnement, particulièrement le développement d’un corridor gazier du sud comprenant les projets Nabucco, le gazoduc Turquie-Grèce-Italie (TGI) et South Stream; souligne la nécessité de collaborer avec les pays concernés, notamment dans la région de la mer Caspienne; considère particulièrement important qu’à long terme, lorsque les conditions politiques le permettro
nt, la production d’autres pays de la région, comme l’Ouzbékistan et l’Iran, puisse représenter
une autre ...[+++] source d’approvisionnement importante pour l’Union européenne;
25. geeft zijn steun aan projecten voor diversificatie van energiebronnen en aanvoerroutes, in het bijzonder de ontwikkeling van een zuidelijke gaspijplijn, met inbegrip van het Nabucco-project, de Turks-Grieks-Italiaanse gasverbinding en het South-Stream-project; beklemtoont de noodzaak van samenwerking met de betrokken landen, met name de Kaspische regio; acht het van groot belang dat levering uit andere landen in de regio, zoals Oezbekistan en Iran, op lange termijn, wanneer de politieke toestand dit toelaat, een verdere belangrijke bron van energievoorziening voor de Europese Unie zijn;