Plusieurs membres font observer que la question du statut sous lequel la fonction de conseiller suppléant sera exercée doit être étudiée en fonction des différentes hypothèses possibles (magistrat émérite, avocat en activité, avocat cessant ses activités, professeur d'université ...) (voir note nº 3 en annexe).
Verschillende leden merken op dat het probleem van het statuut waaronder het ambt van plaatsvervangend raadsheer zal worden uitgeoefend, bestudeerd moet worden op grond van de verschillende mogelijke hypothesen (in rust gestelde magistraten, een advocaat die zijn beroep uitoefent, een advocaat die zijn beroep niet meer uitoefent, universiteitsprofessor,. . )(cf. nota nr. 3 als bijlage).