36. soutient l'introduction et le renforcement de lignes d'assistance téléphonique pour signaler les crimes et les comportements et contenus illégaux, en tenant compte, notamment, de l'expérience avec la ligne directe
européenne pour les enfants disparus, ainsi que des systèmes nationaux d'alerte rapide et le système européen automatisé d'alerte en cas de dis
parition d'enfant; insiste cependant sur le fait que toute action pénale immédiate intentée sur la base du signalement doit respecter un équilibre entre, d'u
...[+++]ne part, les droits des victimes potentielles et l'obligation de réagir imposée aux États membres par les articles 2 et 8 de la convention européenne des droits de l'homme, comme cela a déjà été souligné dans la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l'homme, et, d'autre part, les droits du suspect; à cet égard, demande aux États membres et à la Commission de procéder à un échange de bonnes pratiques en ce qui concerne l'enquête sur les actes criminels perpétrés contre les enfants dans le monde numérique et les poursuites contre les auteurs de ces actes; rappelle que l'article 8 de la proposition de la Commission sur un règlement général en matière de protection des données à caractère personnel (COM(2012)0011) contient des dispositions spécifiques concernant le traitement des données à caractère personnel relatives aux enfants, notamment le consentement obligatoire des parents en vue du traitement de données relatives à des enfants âgés de moins de 13 ans; 36. is voorstander van de invoering en verdere uitbreiding van telefonische-hulpdienstsystemen voor het melden van misdrijven en illegale inhoud en illegaal gedrag, waarbij onder andere rekening wordt gehouden met de ervaring van het Europese telefon
ische meldpunt voor vermiste kinderen, alsook met de nationale vroegtijdige waarschuwingssystemen en het European Child Alert Automated System; benadrukt echter dat bij elk onmiddellijk strafrechtelijk ingrijpen op basis van een aangifte een evenwicht moet worden gevonden tussen enerzijds de rechten van de potentiële slachtoffers en de positieve verplichting van de lidstaat krachtens de arti
...[+++]kelen 2 en 8 van het EVRM en, anderzijds, zoals reeds benadrukt in de jurisprudentie van het EVRM, de rechten van de verdachte; verzoekt de lidstaten en de Commissie in dit verband te komen beproefde praktijken uit te wisselen op het gebied van het onderzoek naar en de strafrechtelijke vervolging van misdrijven tegen kinderen in de digitale wereld; herinnert eraan dat artikel 8 van het voorstel van de Commissie voor een algemene verordening inzake gegevensbescherming (COM(2012)0011) specifieke waarborgen bevat voor de verwerking van persoonsgegevens van kinderen, zoals de verplichte toestemming van de ouders voor het verwerken van de gegevens van kinderen jonger dan dertien jaar;