Au membre du personnel qui remplit les conditions visées au § 2, 1°, a), 2°, 3° et 4°, la mise en disponibilité spéciale pour convenances personnelles précédant la pension de retraite ne peut être attribuée qu'à condition que l'établissement auquel est affecté le concerné ou le centre d'enseignement auquel appartient l'établissement organise moins d'heures par cours/spécialité ou moins de fonctions à cause :
Aan het personeelslid dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in § 2, 1°, a), 2°, 3° en 4° kan de bijzondere terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het rustpensioen slechts worden toegekend als de instelling waaraan de betrokkene geaffecteerd is of de scholengemeenschap waartoe die instelling behoort, minder uren per vak/specialiteit of minder ambten organiseert ten gevolge van :