Il prévoit que le Ministre de la Justice, dont les compétences sont exercées par le service de droit international humanitaire par délégation de compétence opérée par l'arrêté royal du 17 septembre 2005 relatif à la création d'un service de droit international humanitaire, après
avis des autorités judiciaires nationales, peut s'opposer à la possibilité pour le Procureur de la Cour d'effectuer des devoirs d'enquête directement sur le sol belge si ces actes d'instruction peuvent être exécutés, dans les mêmes délais par les autorités belges selon les modalités prévues dans le Titre II de la loi du 29 mars 2004, en exécut
ion d'une ...[+++]demande d'entraide judiciaire ordinaire de la CPI.Daarin is bepaald dat de minister van Justitie, wiens bevoegdheden worden uitgeoefend door de dienst Internationaal Humanitair Recht door overdracht van bevoegdheid krachtens het koninklijk besluit van 17 september 2005 houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht, na advies van de nationale gerechtelijke autoriteiten, zich kan verzetten tegen de mogelijkheid dat de aanklager van het Hof onderzoekshandelingen rechtstreeks ten uitvoer legt op het Belgische grondgebied ingeval die onderzoekshandelingen binnen dezelfde termijn door de Belgische autoriteiten kunnen worden verricht volgens de nadere regels bepaald in Titel II van de wet van 29 maart 2004 met het oog op de tenuitvoerleg
ging van een gewoon ...[+++]verzoek om wederzijdse rechtshulp van het ISH.