Afin de faire en sorte que le parallélisme visé entre le statut des référendaires près la Cour de cassation et celui des référendaires près la Cour constitutionnelle puisse être réalisé, la présente proposition de loi prévoit que les référendaires près la Cour constitutionnelle peuvent bénéficier, eux aussi, de la possibilité d'entrer en ligne de compte pour une nomination dans la magistrature, moyennant la réussite de l'examen oral d'évaluation prévu à l'article 191bis, § 2, du Code judiciaire.
Zij kunnen niet van de voormelde overgangsbepaling genieten. Teneinde het beoogde parallellisme tussen het statuut van de referendarissen bij het Hof van Cassatie en dat van de referendarissen bij het Grondwettelijk Hof te bereiken, wordt hen door dit wetsvoorstel ook de mogelijkheid geboden om, mits het slagen voor het mondeling evaluatie-examen bepaald in artikel 191bis, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek, in aanmerking te komen voor een benoeming in de magistratuur.