II. - Conditions d'âge et d'ancienneté Art. 4. Conditions d'âge et d'ancienneté générales Peuvent prétendre au régime de chômage avec complément d'entreprise, après licenciement, les ouvriers(ières) : - qui ont atteint l'âge de 60 ans pendant la période de convention collective de travail 2015-2017 et au moment de la fin du contrat de travail; - et, au moment de la fin du contrat de travail, qui répondent aux conditions d'ancienneté prescrites par l'article 2, § 1 de l'arrêté royal du 3 mai 2007 fixant le régime de chômage avec complément d'entreprise (ci-après : RCC).
II. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden Art. 4. Leeftijdsvoorwaarde en algemene loopbaanvoorwaarden Kunnen na ontslag aanspraak maken op het secto
raal stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, de arbeid(st)ers : - die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt tijdens de collectieve arbeidsovereenkomst-periode 2015-2017 en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst; - en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst voldoen aan de loopbaanvoorwaarden zoals gesteld in artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (verder
...[+++]: SWT).