6. souligne que les différences régionales ont tendance à s'atténuer, mais que d'importantes disparités subsistent – voire s'exacerbent dans certains États membres, entre autres à cause de la crise économique et financière - et que la politique de cohésion doit dès lors se concentrer davantage sur la réduction des disparités et la réalisation d'un développement harmonieux pour toutes les régions de l'Union, quel que soit l'État membre où elles sont situées;
6. onderstreept dat er, in weerwil van de tendens tot verkleining van interregionale verschillen, nog steeds grote onevenwichtigheden bestaan – en dat de verschillen tussen/binnen sommige lidstaten zelfs toenemen, onder andere als gevolg van de economische en financiële crisis – en dat het cohesiebeleid zich daarom moet blijven concentreren op verkleining van ongelijkheden en bevordering van een harmonieuze en duurzame ontwikkeling in alle regio's van de Unie, ongeacht de lidstaat waarin zij zich bevinden;