Comme le Tribunal l’indique dans son arrêt (76), «en tout état de cause, la Commission ne saurait se fonder sur une insuffisance prétendue de contrôle pour ordonner la récupération de l’intégralité de sommes revendiquées, par le Royaume de Danemark, comme constituant une réserve nécessaire au service pub
lic, dès lors qu’un examen sérieux de l’ensemble des conditions juridiques et économiques ayant présidé à la constitution de cette réserve durant l
a période d’enquête était parfaitement possible, eu égard aux éléments d’information don
...[+++]t disposait la Commission, et qu’en l’absence d’un tel examen il n’était pas possible de se prononcer valablement sur la question de savoir si cette réserve était, en tout ou même seulement en partie, effectivement nécessaire au service public».Het Gerecht overweegt op dit punt als volgt in het arrest (76): „De Commissie kan zich in elk geval niet baseren op een gesteld gebrek aan controle om de terugvordering van alle bedragen te gelasten, waarvan het Koninkrijk Denemarken stelt dat zij een voor de openbare dienst nood
zakelijke reserve vormden, aangezien een nauwgezet onderzoek van alle juridische en economische omstandigheden waaronder die reserve in de onderzoeksperiode is aangelegd, volstrekt mogelijk was, gezien de informatie waarover de Commissie beschikte, en dat het zonder een dergelijk onderzoek niet mogelijk was op goede gronden te beslissen of die reserve in haar geh
...[+++]eel of zelfs gedeeltelijk daadwerkelijk noodzakelijk was voor de openbare dienst”.