Etant donné que d'une part, le concerné siège dans la Chambre des représentants depuis le 1 juillet 1999, et que d'autre part le mandat de membre du Comité de surveillance est incompatible avec celui de membre du Parlement national en vertu de l'article 39, 4°, de la loi susvisée du 15 janvier 1990, un nouveau membre effectif du rôle linguistique néerlandais avec qualité d'expert en droit qui achève le mandat de monsieur Pieters, doit être désigné.
Daar enerzijds de betrokkene sinds 1 juli 1999 in de Kamer van volksvertegenwoordigers zetelt, en anderzijds het mandaat van lid van het Toezichtscomité krachtens artikel 39, 4°, van de hogervermelde wet van 15 januari 1990 onverenigbaar is met dat van lid van het nationaal parlement, dient een nieuw werkend lid van de Nederlandse taalrol met de hoedanigheid van rechtsgeleerde te worden aangeduid, dat het mandaat van de heer Pieters zal voleindigen.